wijsmaak
- wijs·maak
vervoeging van |
---|
wijsmaken |
wijsmaak
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wijsmaken
- ... dat ik wijsmaak.
- Het woord wijsmaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
wijsmaken |
wijsmaak