whatsappte
- Geluid: whatsappte (hulp, bestand)
- whats·app·te
vervoeging van |
---|
whatsappen |
whatsappte
- enkelvoud verleden tijd van whatsappen
- Ik whatsappte.
- Jij whatsappte.
- Hij, zij, het whatsappte.
- Ik whatsappte.
- Het woord whatsappte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.