werkte aan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: werkte aan (hulp, bestand)
Woordafbreking
- werk·te aan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanwerken |
werkte aan
- enkelvoud verleden tijd van aanwerken
- Ik werkte aan.
- Jij werkte aan.
- Hij, zij, het werkte aan.
- Ik werkte aan.