wegtrekt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  wegtrekt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• weg·trekt

Werkwoord

vervoeging van
wegtrekken

wegtrekt

1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegtrekken
   

   • ... dat jij wegtrekt. 

2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegtrekken
   

   • ... dat hij wegtrekt. 

Gangbaarheid

• Het woord wegtrekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.