Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·fil·ter·den

Werkwoord

vervoeging van
wegfilteren

wegfilterden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van wegfilteren
    • ...dat wij wegfilterden. 
    • ...dat jullie wegfilterden. 
    • ...dat zij wegfilterden. 

Gangbaarheid