wegbrandde
- Geluid: wegbrandde (hulp, bestand)
- weg·brand·de
vervoeging van |
---|
wegbranden |
wegbrandde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van wegbranden
- ... dat ik wegbrandde.
- ... dat jij wegbrandde.
- ... dat hij, zij, het wegbrandde.
- ... dat ik wegbrandde.
- Het woord wegbrandde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.