weesgegroetje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  weesgegroetje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wees·ge·groet·je

Zelfstandig naamwoord

het weesgegroetje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord weesgegroet

Gangbaarheid

• Het woord weesgegroetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weesgegroetje" herkend door:

88 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.