weerkaatsten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weer·kaats·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weerkaatsen |
weerkaatsten
- meervoud verleden tijd van weerkaatsen
- Wij weerkaatsten.
- Jullie weerkaatsten.
- Zij weerkaatsten.
- Wij weerkaatsten.
vervoeging van |
---|
weerkaatsen |
weerkaatsten