walgden
- walg·den
vervoeging van |
---|
walgen |
walgden
- meervoud verleden tijd van walgen
- Wij walgden.
- Jullie walgden.
- Zij walgden.
- Wij walgden.
- Het woord walgden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
walgen |
walgden