• IPA: (conj) /(x)wœlk/ (Etsbergs)
  • IPA: (noun) /wœlk/ (Etsbergs)

wölk

  1. geeft twee handelingen weer die op het zelfde moment plaats hebben gevonden, terwijl dat niet kan
    «Naeve dem sting 'ne miensj, wölk dae rón.»
    Naast hem stond een man en terwijl die man daar stond, rende die man weg.

wölk m mv

  1. meervoud van wólk