vuurvliegjes
- vuur·vlieg·jes
de vuurvliegjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vuurvlieg
- ▸ Hij was op zijn best als hij de oorlog zelf beschreef, met zoeklichten die als vuurvliegjes door de nacht gleden, een vliegtuig dat danste als een mooie vlinder of een glinsterende libel.[1]
- Het woord vuurvliegjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691