vroor aan
- vroor aan
vervoeging van |
---|
aanvriezen |
vroor aan
- enkelvoud verleden tijd van aanvriezen
- Ik vroor aan.
- Jij vroor aan.
- Hij, zij, het vroor aan.
- Ik vroor aan.
- Het woord vroor aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.