vroegmaalt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vroegmaalt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vroeg·maalt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vroegmalen |
vroegmaalt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vroegmalen
- Jij vroegmaalt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vroegmalen
- Hij vroegmaalt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vroegmalen
- Vroegmaalt!