vrijde voetje
- vrij·de voet·je
vervoeging van |
---|
voetjevrijen |
vrijde voetje
- enkelvoud verleden tijd van voetjevrijen
- Ik vrijde voetje.
- Jij vrijde voetje.
- Hij, zij, het vrijde voetje.
- Ik vrijde voetje.
- Het woord vrijde voetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.