Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vreemd·gin·gen

Werkwoord

vervoeging van
vreemdgaan

vreemdgingen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van vreemdgaan
    • ...dat wij vreemdgingen. 
    • ...dat jullie vreemdgingen. 
    • ...dat zij vreemdgingen.