vorste uit
- Geluid: vorste uit (hulp, bestand)
- vors·te uit
vervoeging van |
---|
uitvorsen |
vorste uit
- enkelvoud verleden tijd van uitvorsen
- Ik vorste uit.
- Jij vorste uit.
- Hij, zij, het vorste uit.
- Ik vorste uit.
- Het woord vorste uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.