voortduurden
- voort·duur·den
vervoeging van |
---|
voortduren |
voortduurden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voortduren
- ...dat wij voortduurden.
- ...dat jullie voortduurden.
- ...dat zij voortduurden.
- ...dat wij voortduurden.
- Het woord voortduurden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.