voorproefden
- voor·proef·den
vervoeging van |
---|
voorproeven |
voorproefden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorproeven
- ...dat wij voorproefden.
- ...dat jullie voorproefden.
- ...dat zij voorproefden.
- ...dat wij voorproefden.
- Het woord voorproefden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.