voorproefde
- Geluid: voorproefde (hulp, bestand)
- voor·proef·de
vervoeging van |
---|
voorproeven |
voorproefde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorproeven
- ... dat ik voorproefde.
- ... dat jij voorproefde.
- ... dat hij, zij, het voorproefde.
- ... dat ik voorproefde.