voorlieten
- Geluid: voorlieten (hulp, bestand)
- voor·lie·ten
vervoeging van |
---|
voorlaten |
voorlieten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorlaten
- ...dat wij voorlieten.
- ...dat jullie voorlieten.
- ...dat zij voorlieten.
- ...dat wij voorlieten.
- Het woord voorlieten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.