vloerplanken
- vloer·plan·ken
de vloerplanken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vloerplank
- ▸ De onbewerkte vloerplanken in zijn zolderkamer met uitzicht op de rivier waren zorgvuldig geboend met groene zeep.[1]
- Het woord vloerplanken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142