vitamineerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·ta·mi·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vitamineren |
vitamineerden
- meervoud verleden tijd van vitamineren
- Wij vitamineerden.
- Jullie vitamineerden.
- Zij vitamineerden.
- Wij vitamineerden.
vervoeging van |
---|
vitamineren |
vitamineerden