Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·su·a·li·seer

Werkwoord

vervoeging van
visualiseren

visualiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van visualiseren
    • Ik visualiseer. 
  2. gebiedende wijs van visualiseren
    • Visualiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van visualiseren
    • Visualiseer je?