viseters

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  viseters    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vis·eters

Zelfstandig naamwoord

de viseters mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord viseter

Gangbaarheid

• Het woord viseters staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.