visbunnetje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  visbunnetje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vis·bun·ne·tje

Zelfstandig naamwoord

het visbunnetje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord visbun

Gangbaarheid

• Het woord 'visbunnetje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.