vimmen
- vim·men
de vimmen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vim
- Het woord vimmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vimmen" herkend door:
8 % | van de Nederlanders; |
13 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be