vijfhonderdtweeëntachtigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·hon·derd·tweeën·tach·tigs, vijf·hon·derd·twee·en·tach·tigs

Zelfstandig naamwoord

de vijfhonderdtweeëntachtigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vijfhonderdtweeëntachtig

Gangbaarheid