vierhonderdzevenenzestigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·ze·ven·en·zes·tigs

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderdzevenenzestigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vierhonderdzevenenzestig

Gangbaarheid