vierhonderdvijfendertigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·vijf·en·der·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderdvijfendertigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vierhonderdvijfendertig

Gangbaarheid