vierhonderdtweeënveertigs
- vier·hon·derd·tweeën·veer·tigs, vier·hon·derd·twee·en·veer·tigs
de vierhonderdtweeënveertigs mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vierhonderdtweeënveertig
- Het woord 'vierhonderdtweeënveertigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.