vierhonderdnegenenzestigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·ne·gen·en·zes·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het vierhonderdnegenenzestigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vierhonderdnegenenzestig

Gangbaarheid