vierhonderdeenenveertigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·een·en·veer·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het vierhonderdeenenveertigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vierhonderdeenenveertig

Gangbaarheid