vierhonderdeenentachtigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·een·en·tach·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderdeenentachtigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vierhonderdeenentachtig

Gangbaarheid