vierhonderddrieënveertigs
- vier·hon·derd·drieën·veer·tigs, vier·hon·derd·drie·en·veer·tigs
de vierhonderddrieënveertigs mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vierhonderddrieënveertig
- Het woord 'vierhonderddrieënveertigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.