vierendeelt
- Geluid: vierendeelt (hulp, bestand)
- vie·ren·deelt
vervoeging van |
---|
vierendelen |
vierendeelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vierendelen
- Jij vierendeelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vierendelen
- Hij vierendeelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vierendelen
- Vierendeelt!
- Het woord vierendeelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.