• ver·zoekt
vervoeging van
verzoeken

verzoekt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzoeken
    • Jij verzoekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzoeken
    • Hij verzoekt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzoeken
    • Verzoekt!