verzoekt
- ver·zoekt
vervoeging van |
---|
verzoeken |
verzoekt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzoeken
- Jij verzoekt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzoeken
- Hij verzoekt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzoeken
- Verzoekt!
- Het woord verzoekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.