verzinnebeeldde
- ver·zin·ne·beeld·de
vervoeging van |
---|
verzinnebeelden |
verzinnebeeldde
- enkelvoud verleden tijd van verzinnebeelden
- Ik verzinnebeeldde.
- Jij verzinnebeeldde.
- Hij, zij, het verzinnebeeldde.
- Ik verzinnebeeldde.
- Het woord verzinnebeeldde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.