verwijlden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verwijlden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·wijl·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verwijlen |
verwijlden
- meervoud verleden tijd van verwijlen
- Wij verwijlden.
- Jullie verwijlden.
- Zij verwijlden.
- Wij verwijlden.