verwesterden
- ver·wes·ter·den
vervoeging van |
---|
verwesteren |
verwesterden
- meervoud verleden tijd van verwesteren
- Wij verwesterden.
- Jullie verwesterden.
- Zij verwesterden.
- Wij verwesterden.
- Het woord verwesterden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.