Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·welk·te

Werkwoord

vervoeging van
verwelken

verwelkte

  1. enkelvoud verleden tijd van verwelken
    • Ik verwelkte. 
    • Jij verwelkte. 
    • Hij, zij, het verwelkte. 
  2. verbogen vorm van verwelkt, voltooid deelwoord van verwelken