Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·welft

Werkwoord

vervoeging van
verwelven

verwelft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwelven
    • Jij verwelft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwelven
    • Hij verwelft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verwelven
    • Verwelft! 

Gangbaarheid