Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·wek·te

Werkwoord

vervoeging van
verwekken

verwekte

  1. enkelvoud verleden tijd van verwekken
    • Ik verwekte. 
    • Jij verwekte. 
    • Hij, zij, het verwekte. 
  2. verbogen vorm van verwekt, voltooid deelwoord van verwekken