vervals
- ver·vals
vervoeging van |
---|
vervalsen |
vervals
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervalsen
- Ik vervals.
- gebiedende wijs van vervalsen
- Vervals!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervalsen
- Vervals je?
- Het woord vervals staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.