vertuit
- ver·tuit
vervoeging van |
---|
vertuien |
vertuit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertuien
- Jij vertuit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertuien
- Hij vertuit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vertuien
- Vertuit! [1]
- Het woord vertuit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.