vertolk
- ver·tolk
vervoeging van |
---|
vertolken |
vertolk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertolken
- Ik vertolk.
- gebiedende wijs van vertolken
- Vertolk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertolken
- Vertolk je?
- Het woord vertolk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.