• ver·te·kent
vervoeging van
vertekenen

vertekent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertekenen
    • Jij vertekent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertekenen
    • Hij vertekent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vertekenen
    • Vertekent!