verstramde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verstramde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·stram·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verstrammen |
verstramde
- enkelvoud verleden tijd van verstrammen
- Ik verstramde.
- Jij verstramde.
- Hij, zij, het verstramde.
- Ik verstramde.
- verbogen vorm van verstramd, voltooid deelwoord van verstrammen