Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·stop·te

Werkwoord

vervoeging van
verstoppen

verstopte

  1. enkelvoud verleden tijd van verstoppen
    • Ik verstopte. 
    • Jij verstopte. 
    • Hij, zij, het verstopte. 
  2. verbogen vorm van verstopt, voltooid deelwoord van verstoppen