• ver·steen·de

versteende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van versteend
vervoeging van
verstenen

versteende

  1. enkelvoud verleden tijd van verstenen
    • Ik versteende. 
    • Jij versteende. 
    • Hij, zij, het versteende. 
  2. verbogen vorm van versteend, voltooid deelwoord van verstenen