Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·steeds

Werkwoord

vervoeging van
versteedsen

versteeds

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versteedsen
    • Ik versteeds. 
  2. gebiedende wijs van versteedsen
    • Versteeds! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versteedsen
    • Versteeds je?